Buidelmees | Eurasian penduline tit
Remiz pendulinus Vogelgroep: Mezen Veldkenmerken. 11 cm. Klein met zwarte puntige snavel, grijswitte kopmet zwart masker, kastanjebruine rug, witte onderdelen en gevorkte staart. Vleugels zwart, grijs en kastanjebruin. Geslachten vrijwel identiek, maar vrouwtje heeft iets minder uitgebreid masker en iets blekere bovendelen. Juveniel zonder masker. Meestal moeilijk te zien en alleen te horen. Vluchtgolvend of met rukjes, gelijk aan die van Pimpelmees. Het grote nest, gemaakt van wilgenpluis en spinnewebben, wordt opgehangen aan dunne tak aan buitenzijde van boom. Geluid. Meesachtig ’sisisi’ en karakteristiek smeltend ’sieieieieie’, langer en dunner dan van Rietgors. Voorkomen. Algemeen maar meestal plaatselijk. Habitat. Moerassen en langs water met bomen, met name bij wilgen. Voedsel. Insecten en zaden.er om te bewerken. |