Grijze Gors | Rock Bunting
Emberiza cia Mannetje gemakkelijk te herkennen aan grijze kop met brede zwarte strepen en oranje onderdelen. Het grijs op de kop, speciaal van de wenkbrauwstreep, lijkt vaak vrijwel wit. Bovendelen bruin met zwarte streping, stuit oranje, buitenste staartpennen wit. Smalle, onduidelijke witte vleugelstreep. Vrouwtje gelijk maar minder helder gekleurd, speciaal op kop en onderdelen. Wipt vaak met staart. Buiten broedseizoen in groepen, vaak met cirlgors. Komt voor in bergstreken, vooral op rotsige hellingen met struiken. ’s Winters vaak in wegbermen. Eet voornamelijk zaden, ook insecten. Fourageert op de grond. De grijze gors is gedeeltijk migrant. De noordelijke populaties trekken zuidwaarts. De overwinteringsgebieden overlappen met de standvogels van de zuidelijke broedpopulatie. De grijze gors is een zuidelijke soort en in Nederland enkele keren waargenomen. |