Ortolaan | Ortolan Bunting
Emberiza hortulana Vogelgroep: Gorzen. Veldkenmerken: De Ortolaan is een 15 – 16 cm. lange vogel, waarbij de man zich van andere gorzensoorten onderscheidt door een grijs- groene kop, met een gele baardstreep en een licht oranje-kleurige onderzijde. De pop is overwegend grijs, met aan de bovenzijde een soort mussentekening en een lichtere, vrijwel effen licht grijze onderzijde. Geluid: Zijn zang bestaat uit een soort weemoedige aanzet gevolgd door een kort, helder riedeltje. Het heeft iets weg van de geelgorszang. Voorkomen: Het verspreidingsgebied is vrij groot en omvat in grote trekken zuid- en west Europa. De Ortolaan overwintert ten zuiden van de Sahara in de Sahellanden. Habitat: Zijn leefomgeving bestaat voor een groot gedeelte uit kleinschalige landbouwgronden, halfopen gebieden met lichte houtopslag, drogere graslanden met zaden en onkruiden en zonnige boskanten. Voedsel: Het voedsel van de ortolaan bestaat voor een groot gedeelte uit rupsen en zaden van diverse granen en onkruiden. Nest: De Ortolaan bouwt een vrij los nest op of net boven de grond, waarin ze gemiddeld vijf eieren leggen die alleen door het vrouwtje in gemiddeld twaalf dagen worden uitgebroed en waarvan de jongen na ± twaalf dagen het nest verlaten waarin ze door beide ouders in die tijd zijn gevoerd. |